Dr. Kirsten Slagter

In 2007 is Kirsten als tandarts aan de Rijksuniversiteit Groningen afgestudeerd (cum laude). Na het afstuderen heeft zij ervaring opgedaan in verschillende tandartspraktijken en is ze werkzaam geweest in ontwikkelingslanden voor diverse tandheelkundige projecten. De laatste jaren ligt haar aandacht bij de implantologie en kleine chirurgie. Kirsten is in april 2016 gepromoveerd aan de afdeling Mond-,Kaak-, en Aangezichtschirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Sinds 2013 is zij ingeschreven in het NVOI-register als implantoloog (www.nvoi.nl) en lid van het kwaliteitsregister tandartsen (KRT)
In 2015 heeft Kirsten de Tongriem Kliniek opgericht op grond van haar ervaring met chirurgie bij kinderen en volwassenen en behandelt Kirsten ook baby’s die moeite hebben met drinken of het tot zich nemen van vast voedsel. Ze vindt het belangrijk om baby’s een goede start te kunnen meegeven en ook kinderen en volwassenen op een goede manier te helpen. Daarnaast zet zij zich in voor wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de behandeling. Kirsten is moeder van twee jonge zoons en verwacht in de zomer haar derde kind.

Het Borstvoedings Onderzoek Effect Frenulotomie, de BOEFjes studie

De lezing zal bestaan uit vier gedeelten. Allereerst een introductie over Kirsten en het idee achter de Tongriem Kliniek. Ten tweede zal in het kort de anatomie van de tongriem en lipband worden besproken en wat een frenulotomie aadwerkelijk inhoudt. Ten derde zal het behandelprotocol in de Tongriem Kliniek worden besproken. De benodigde materialen en informatie, maar ook waaruit bestaat de intake, behandeling, follow up en/of nazorg. En tot slot een overzicht van de beschikbare literatuur en de voorlopige 1 week en 1 maand resultaten van de Boefjes studie. Dit is een prospectieve observationele studie naar het klieven van tongriempjes en lipbandjes (frenulotomie) bij borstgevoede zuigelingen die in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is gestart. Naast het effect op het verloop van de borstvoeding, wordt er ook gekeken naar het effect op Reflux klachten.

Femmie de Jong-Bakker, IBCLC

Femmie is lactatiekundige IBCLC al sinds 1995 en heeft een achtergrond als verpleegkundige A en contactpersoon VBN. In 1994 startte de eerste opleiding lactatiekunde aan de Hoge School Midden-Nederland, later de Hogeschool van Utrecht en Femmie nam de gelegenheid te baat om haar oude beroep en nieuwe hobby te combineren tot een nieuw beroep en lactatiekundige IBCLC te worden. Van 1996-2016 was zij auditor van Zorg voor Borstvoeding (nu Baby Friendly NL) en van 2009-2011 lactatiekundige in ziekenhuis Rijnstate te Arnhem. Begin deze eeuw is bij dit alles langzamerhand een vrijgevestigde praktijk gegroeid in Midden- en Oost-Gelderland, eerst ‘de MolkFaam’ en nu ‘Lactatiekundige Femmie’.
Tussen 1980 en 1992 kreeg zij samen met haar man zeven kinderen. De vijf zonen zijn intussen allemaal vader en zij hebben Femmie tussen 2009 en heden vijftien kleinkinderen ‘bezorgd’. Wat een weelde!

Goed gevoede voedster voedt goed!

Zwanger zijn, bevallen en borstvoeden: alles gaat beter in goede gezondheid.
Deze lezing bespreekt de relatie tussen goede gezondheid (moeder & baby) en voeding (moeder).
Vaak vragen zwangere vrouwen: “Wat mag ik niet eten als ik borstvoeding geef?” Deze vraag beantwoord ik meestal met de opmerking: je kunt beter vragen wat je het beste wel kunt eten zodat je goed kunt voeden en het zelf goed kunt volhouden. Baby’s darmen komen op gang en er komen vast wel krampjes, of de moeder wel of niet eet. Dus kan de borstvoedende moeder beter maar wel eten en dan zo goed, dat zij zelf in een goede conditie blijft. Het moeder zijn valt dan lichter evenals het voeden.Er is echter ook bewijs dat in een eerdere fase een goed doorvoed stel gemakkelijker zwanger wordt, dat een goed doorvoede moeder gezondere kinderen baart met minder kans op vroeggeboorte en complicaties. Dus heeft de baby een grote kans op een optimale start voor borstvoeding!
Mijn visie is dat goede, volwaardige voeding het leven op alle niveaus positief beïnvloedt en vooral rond de conceptie, in de zwangerschap en gedurende de tijd rond en na de bevalling. Borstvoeding is voor een baby de optimale voeding en moeders dienen optimaal gevoed te worden om die optimale voeding te kunnen geven.
In deze lezing komt naar voren wat het inhoudt goed doorvoed te zijn (een magere vrouw kan goed doorvoed zijn en een obese vrouw ondervoed) en wat goede voeding is, volgens recente wetenschappelijke ontwikkelingen.

Nanny Gortzak, MSc, IBCLC

Nanny Gortzak, MSc, IBCLC. Van huis uit lerares voortgezet onderwijs en voedingskundige. Ze is ruim 20 jaar geleden begonnen als vrijwilligster bij VBN en heeft in de VS de opleiding tot lactatiekundige IBCLC gevolgd en examen gedaan. Sinds 2001 heeft Nanny een eigen praktijk. In de VS heeft zij tevens bij de overheid gewerkt als freelancer, onder andere bij WIC Nutrition Services of the County of Orange in California. Nanny schrijft columns voor tijdschriften en elektronische tijdschriften in binnen- en buitenland, waaronder de wekelijkse vraagbaak borstvoeding van Ouders Online. Sinds 2014 woont zij weer in Nederland.
Nanny heeft vier borstgevoede kinderen in de leeftijd van 12 tot 22 jaar. Haar hobbies zijn onder andere wandelen, muziek, tuinieren, zeilen en fietsen.

Hoog sensitieve personen – wat betekent dat in de praktijk?

In mijn werk met moeders en baby’s kom ik regelmatig hoog sensitive personen (HSP) tegen. Soms merk ik aan de baby dat deze zeer gevoelig reageert op de omgeving en soms merk ik het bij een van de ouders. Als ik uitleg geef over HSP is er meestal veel herkenning bij de ouders. Ofschoon er informatie is over HSP kinderen en volwassenen, is er nog weinig bekend over baby’s die HSP zijn. Omdat je er mee geboren wordt, is het logisch en noodzakelijk dat we als zorgverleners bekend zijn met het voorkomen van HSP bij cliënten en baby’s en waar mogelijk deze kennis toepassen in de praktijk.

Karin de Graaf, IBCLC

Karin is vrijgevestigd lactatiekundige IBCLC met een eigen praktijk sinds 1999. Naast de begeleiding van moeders en hun baby’s is Karin vanaf het begin actief geweest met scholing geven aan zorgprofessionals, zoals kraamverzorgenden, verloskundigen en verpleegkundigen. Sinds 2004 is ze tevens docent aan de lactatiekunde-opleiding in Gent, België.
Karin startte in 1984 als fysiotherapeut en werkte vijf jaar tot de komst van haar kinderen. Ze woonde drieënhalf jaar in Engeland, waar ze prenatale cursussen gaf. Met vier thuisgeboren en borstgevoede kinderen groeide haar betrokkenheid met borstvoeding en werd ze contactpersoon van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk. Na vijf jaar vrijwilligerswerk maakte ze de overstap naar werken als zelfstandig lactatiekundige. Naast haar lactatiekundepraktijk heeft Karin in 2009 het diploma Leraar Basisonderwijs behaald.

Inzicht in aanleggen: de praktische kanten in beeld en een nieuwe kijk op de gangbare praktijk

Aanleggen speelt een belangrijke rol in het welslagen van de borstvoeding. In deze presentatie gaan we bekijken hoe aanleggen werkt in alle verschillende facetten. We kijken naar reflexen en instincten, maar ook naar heel mechanische technische factoren. We onderzoeken de benadering die op dit moment algemeen gangbaar is en bekijken de valkuilen die daarbij ontstaan. Verder komt de betekenis aan de orde van regeltjes als “buik tegen buik” en “de baby in één lijn”. Deze presentatie geeft een breed overzicht van de vele praktische kanten rond aanleggen.

Diana West, BA, IBCLC

Diana West is IBCLC, La Leche League leidster en hoofd van de afdeling Media Relaties van La Leche League International. Diana is co- auteur van Sweet Sleep: Nighttime and Naptime Strategies for the Breastfeeding Family (Zoete slaap: strategiën voor de nachten en de dutjes in borstvoedende gezinnen), de 8ste editie het Handboek Borstvoeding van LLLI, The Breastfeeding Mother’s Guide to Making More Milk (De gids voor de voedende moeder om meer melk te maken), Breastfeeding after Breast and Nipple Procedures (Borstvoeding na procedures aan de borst en de tepel) en Clinician’s Breastfeeding Triage Tool (Triage Tool voor de clinicus) van ILCA. Ze is de auteur van het baanbrekende boek Defining Your Own success: Breastfeeding after Breast Reduction Surgery (definieer je eigen succes: borstvoeding na een borstverkleining). Recent schreef ze, met een team geleid door Trevor MacDonald and Joy Noel-Weiss, een wetenschappelijk artikel over de ervaringen van transmannen met lactatie en gender identiteit.

Tepelvariaties en implicaties tijdens de lactatie

Deze presentatie met levendige (en vaak aanschouwelijke!) foto’s van tepels die werden aangeleverd door college van over de hele wereld exploreert normale en potentieel anatomisch-problematische tepelvariaties en hun effect op de productie en transfer van melk en op direct voeden aan de borst.

Cathy Carothers, BLA, IBCLC, FILCA

Cathy Carothers is mededirecteur van Every Mother Inc. een nonprofit organisatie die advies en scholing aanbieden aan gezondheidszorg medewerkers in heel de Verenigde Staten. Zij is een expert op het gebied van borstvoedingsondersteuning in de werkomgeving. Zij was voorzitter van het United States Breastfeeding Committee, en was president van de International Lactation Consultant Association. Zij is een Fellow van ILCA, en een International Board Certified Lactation Consultant sinds 1996. In 2014 werd zij door de National WIC Association geëerd met hun National Leadership Award.
Cathy is de schrijfster van het landelijke project van HHS (Health and Human Services) Maternal and Child Health Bureau, The Business Case for Breastfeeding, en zij werkte als de nationale projectdirecteur voor het HHS Office voor Women’s Health initiatief, Supporting Nursing Moms at Work: Employer Solutions. Zij heeft meer dan 700 borstvoeding gerelateerde scholingsevenementen en workshops gegeven in elke staat van de Verenigde Staten, Amerikaanse gebiedsdelen en in veel andere landen. Dit omvat workshops over het ondersteuning bieden op hun werkplek aan moeders die borstvoeding geven, in 40 staten en presentaties op conferenties voor het nationale bedrijfsleven. Zij heeft ook gewerkt met belangrijke nationale bedrijfsorganisaties en de borstvoeding community om voedende moeders te helpen om de combinatie borstvoeding en werken te laten werken….. op het werk.

Samenwerken met kinderopvang centra om borstvoedingsvriendelijk werken daar te promoten

Wereldwijd hervatten grote aantallen nieuwe ouders hun werk in de weken of maanden na de geboorte van een baby. Naast het aangaan van uitdagingen op de werkvloer voor het combineren van borstvoeding geven en betaald werk doen, moeten ouders ook zorgen voor passende en adequate opvang voor hun baby’s en kinderen bij formele kinderopvang of door informele zorgverleners. Er bestaan grote verschillen met betrekking tot de kennis van de kinderopvang de nieuwe gezinnen hierin ondersteunen. Deze presentatie gaat in op de impact die de manier van werken in de kinderopvang heeft op de borstvoedingscijfers, manieren om zorgverleners te stimuleren om hun zorg te verbeteren, en middelen die kunnen helpen om een borstvoedingsvriendelijke manier van werken te bereiken.

David Clark, JD

David is een internationaal jurist, die werkt voor de afdeling Voeding van Unicef te New York. Hiervoor werkte David bij de United Nations Interregional Crime and Justice Research Institute te Rome (Het interregionale instituut van de Verenigde Naties dat onderzoek doet naar misdaad en recht). David is een geboren Schot. Hij begon zijn carrière als advocaat bij het Schotse ‘Development Agency’. Vanaf 1995 heeft David meer dan 60 landen bijgestaan in het implementeren van wetgeving rond de Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangende producten van borstvoeding (WHO-code). Hij heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de ‘Bescherming, Bevordering en Ondersteuning van Borstvoeding’, met speciale aandacht voor de rechten van de mens. Hij heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de internationale richtlijnen betreffende ‘HIV & babyvoeding’ en ‘Babyvoeding bij rampen’. Verder is hij nauw betrokken geweest bij thema’s rond internationale handelsovereenkomsten en intellectuele eigendomsrechten.
David heeft meerdere artikelen over gezondheids- en voedingsbeleid op zijn naam staan of eraan meegeschreven. Hij ontwikkelde trainingscursussen en -materialen over het toepassen van de internationale WHO-code en over de bescherming van het moederschap; hij heeft meerdere workshops over deze thema’s gefaciliteerd.

Belangenverstrengeling vermijden binnen het werkveld voeding van de baby en het jonge kind

Deze presentatie zal in het kort uitleggen wat belangenverstrengeling is en hoe in het verleden zorgverleners werden ingezet om de belangen van commerciele bedrijven te behartigen ten koste van de belangen van hun clienten. Er zal worden uitgelegd hoe de World Health Assembly meer duidelijkheid heeft kunnen verschaffen over belangenverstrengeling met betrekking tot IYCF (Infant and Young Child Feeding) en sinds kort meer begeleiding kan geven zodat zorgverleners belangenverstrengeling kunnen voorkomen.

Amanda Donnet, BPsych, BAppSci(Maths), BSci(Hons), MClinPsych, MAPS

Amanda Donnet is een geregistreerd psycholoog en eigenaar en directeur van Mothers, Milk & Mental Health, waar ze haar passie deelt voor borstvoeding, geestelijke gezondheid en het ondersteunen van moeders en hun gezin bij de uitdagingen van het prille ouderschap.
In haar privépraktijk werkt Amanda overwegend met vrouwen en hun gezin die kampen met depressie, angststoornissen of aanpassingsmoeilijkheden gedurende de zwangerschap en in de postnatale periode. Amanda begeleidt ook moeders en vaders die moeilijkheden ondervinden met het ouderschap, waaronder slaapproblemen en hechtingsproblemen. Ze volgde ook een bijkomende training over het geven van opleidingen over borstvoeding, diagnose en opvolging van voedingsproblemen en het begeleiden van onrustige baby’s.

Borstvoedende moeders met perinatale stemmingsstoornissen ondersteunen

Moet een moeder met een postnatale depressie of angststoornis aangemoedigd worden om te stoppen borstvoeding? Wat zijn de veronderstellingen die aan deze vraag vooraf gaan? En welke factoren beïnvloeden het antwoord hierop?
Eén op de vijf Australische moeders ondervindt geestelijke gezondheidsproblemen in de perinatale periode. Er doen zowel bij het algemene publiek als bij gezondheiswerkers veel mythes en misverstanden de ronde over de relatie tussen borstvoeding en postnatale depressies en angststoornissen.
Deze presentatie probeert de feiten te onderscheiden van de fictie en wil een handleiding zijn om moeders met perinatale geestelijke gezondheidsproblemen beter te begeleiden in hun borstvoedingsperiode.

Denise Harrison, RN, RM, PhD

Dr. Denise Harrison is Associate Professor en de voorzitter in de verpleegkundige zorg voor kinderen, jeugd en gezin aan de Universiteit van Ottawa en Children’s Hospital in Eastern Ontario (CHEO), Canada en ze heeft de leiding in het BSweet2Babies onderzoeksprogramma. Zij is geregistreerd verpleegkundige in Australië en Canada en geregistreerd verloskundige in Australië. Het onderzoeksprogramma van Denise richt zich op het verbeteren van pijnmanagement bij pasgeborenen, baby’s tot één jaar en jonge kinderen. Ze heeft in samenwerking met ouders en zorgverleners video’s voor ouders ontwikkeld in meerdere talen en laat zien hoe ouders zorgverleners kunnen helpen in het verminderen van pijn bij hun kinderen tijdens de neonatale screening en het vaccineren van hun zuigelingen. Ze evalueert momenteel Social Media als methode om direct aan ouders gerichte voorlichting te verspreiden over pijnmanagement bij kinderen. Haar twitter naam is @dharrisonCHEO.

Borstvoeding ter vermindering van pijn tijdens interventies: de onderbouwing en toepassing

Het verminderen van pijn tijdens de neonatale screening, andere bloedafnames en vaccinaties is belangrijk voor baby’s en hun ouders. Uitgebreid onderzoek toont dat borstvoeding, huid-op-huid contact met de baby, of kleine hoeveelheden sucrose of glucose, effectief pijn verminderen tijdens de hielprik en venapunctie. Borstvoeding en suikeroplossingen verminderen tot een leeftijd van 12 maanden ook pijn tijdens vaccinaties. Echter wordt er binnen de diverse zorgdisciplines niet een eenduidige werkwijze gehanteerd. Deze presentatie is gericht op de bewijslast waarmee borstvoeding als pijnstiller wordt gesteund, het gat tussen kennis en toepassing, en de kennisdeling vanuit de onderzoeken met ouders om pijnmanagement bij kinderen tijdens pijnlijke interventies te verbeteren.

Zainab Yate, BSc, MSc, Doctoral Student

Zainab Yate heeft een academische achtergrond op het gebied van Medische Ethiek en Wetgeving (Imperial College, MSc), en haar professionele achtergrond ligt in Volksgezondheidspublicaties en -onderzoek voor de Nationale Gezondheids Dienst (NHS) in het Verenigd Koninkrijk. Ze is Vice-voorzitter van een Onderzoeksethiekcommissie, en werd benoemd tot kwaliteitsonderzoek-borger binnen de Gezondheidsonderzoeksautoriteit (HRA) in het Verenigd Koninkrijk. Ook is ze lid van het Kings College London Onderzoeksethiek Bestuurs- en Beleidscomité (KCL). Ze is al lange tijd borstvoedingsondersteuner en is al een aantal jaar bezig met haar doctoraalonderzoek, maar heeft nu zwangerschapsverlof. Na zelf aversie ervaren te hebben en niet te weten wat het was of er informatie over te kunnen vinden, zette ze een informatieve website op met bronnen over Borstvoedingsaversie en -agitatie (BAA)voor moeders en zorgverleners. Op haar website www.breastfeedingaversion.com worden moeders online gesteund en wordt wetenschappelijk onderzoek over het fenomeen beschikbaar gesteld.

Ondersteunen van moeders die borstvoedingsaversie / -agitatie (BAA) ervaren

Deze presentatie omvat wat borstvoedingsaversie / -agitatie (BAA) is, en wat het níet is (gebruik makend van zowel gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek als moeder-tot-moeder anekdotes), wat een voedende moeder die dit ervaart zou kunnen helpen, inclusief een korte beoordelingsmethode, opties om te proberen gebaseerd op anekdotisch bewijs, en wat te doen als het niet werkt. Vervolgens wordt de social media campagne op het bewustzijn over BAA te verhogen uitgelijnd, wat de reacties zijn, en waarom het belangrijk is om de algemene bekendheid te verhogen.

Wendy Jones, PhD, MRPharmS

Tijdens haar carrière als apotheker werkte Dr. Wendy Jones in dokterspraktijken waar ze de artsen ondersteunde bij het kostenefficiënt, evidence-based voorschrijven van geneesmiddelen. Ze studeerde voor ‘Pharmacist Prescriber’ gespecialiseerd in de preventie van hart- en vaatziekten, met borstvoeding als aanvullend specialisme.
In 2011 is ze zich volledig gaan richten op haar boek Breastfeeding and Medication (Routledge 2013) en het ontwikkelen van voorlichting- en trainingsmateriaal over medicijngebruik bij borstvoeding. Onlangs publiceerde ze Breastfeeding for Dads and Grandmas (Praeclarus Press) en Why Mothers Medication Matters (Pinter and Martin).
Voor de Engelse vrijwilligers organisatie ‘Breastfeeding Network’ heeft Dr. Jones de leiding over een hulpliin , waar ze zorgverleners en moeders te woord staat met vragen over medicijngebruik en borstvoeding. Ze ondersteunt borstvoeding al 29 jaar lang en is ervan overtuigd dat de waarde van borstvoeding door iedereen gezien zou moeten worden en dat medicatie geen hindernis hoeft te zijn.
Dr. Jones heeft drie dochters die aan de borst gevoed zijn. Alle drie dragen zij borstvoeding een even warm hart toe als hun moeder. Ook haar drie kleinkinderen zijn net zo enthousiast over borstvoeding.

Borstvoeding en medicatie: waarom worden medicijnen gezien als een hindernis om borstvoeding te geven?

Het is van belang dat zorgverleners het besluitvormingsproces delen met de moeder. Dit houdt in dat ze eerlijk moeten zijn over waar hun kennis stopt en dat ze zich niet uitsluitend richten op het voorkomen van risico’s. Het komt te vaak voor dat aan moeders wordt verteld dat ze geen borstvoeding mag geven als ze bepaalde medicatie neemt of een bepaalde behandeling moet ondergaan. Er zijn gezaghebbende professionals die borstvoeding niet voorop stellen en aangeven dat dit indien nodig onderbroken kan worden. Deze presentatie bekijkt ook enkele hindernissen voor het geven van borstvoeding op lange termijn en hoe we het gesprek kunnen aangaan zodat we ontdekken wat zowel de professionals als de moeders en de baby’s nodig hebben.

Bryna Sampey, IBCLC

Bryna Sampey verkreeg haar IBCLC certificering na meer dan 4500 uur stagelopen onder Sonja Massey, BSN, RN, IBCLC bij BabyMoon in Monterey, CA, USA.
Voorafgaand aan haar certificering als IBCLC en Doula werkte ze in de Marine Chemie in Monterey Bay. Bryna heeft een privépraktijk in de Portland, Oregon regio waar zij zorg aanbiedt op het gebied van thuisgeboortes en borstvoeding, kraamzorg en scholing voor ouders en zorgverleners. Bryna heeft zich betreft haar bevallingsbegeleiding gespecialiseerd in hoogrisicobevallingen en chirugische kunstverlossingen en de borstvoedingsproblemen die kunnen voortvloeien uit interventies tijdens de geboorte. In haar lactatiekundige vak heeft zij bovendien expertise op het gebied van het beoordelen van tongriempjes en het herstellen van de borstvoedingsrelatie na behandeling, het werken met LGBTQIA+ gezinnen en Ritmische Bewegings Training voor babies en ouders met geboorte- en operatietrauma en/of borstvoedingsproblemen.
Bryna heeft gewerkt al adjunct professor aan Birthingway College of Midwifery waar zij studenten les gaf over complexe ouderschapssituaties bij borstvoeding, het beoordelen en evalueren van de borst, en borstmassage en manueel afkolven. Ook schoolt ze zwangere ouders op het gebied van borstvoeding en babyverzorging bij de Oregon Health & Sciences University. Wanneer ze geen lesgeeft, klanten helpt of kennis opdoet over borstvoeding en ouderschap is ze thuis te vinden bij haar gezin in het prachtige Pacific Northwest gebied.

Fysiek onderzoek en beoordeling van de voedende borst

Deze presentatie beslaat het doen van een grondige beoordeling en evaluatie van de voedende borst. Dit omvat: op gepaste wijze anatomische elementen identificeren, gebruik van taal om de klant voor, tijdens en na fysiek onderzoek op het gemak te stellen, hoe problemen te identificeren en te bespreken, tips en hulpmiddelen voor kundige palpatie van borstweefsel, en de stappen ná de beoordeling. In 60 minuten wordt handvatten gegeven om warm, inclusief, competent en zelfverzekerd te zijn in het fysiek onderzoeken van de borst.

Catherine Watson Genna, BS, IBCLC

Catherine Watson Genna is een International Board Certified Lactation Consultant in een privépraktijk in New York City. Catherine is in 1992 gecertificeerd en is bijzonder geïnteresseerd in het helpen van moeders en baby’s bij borstvoeding wanneer er medische uitdagingen zijn. Verder is ze ook een actieve klinische mentor. Ze spreekt voor professionals in de gezondheidszorg over de hele wereld om baby’s met anatomische, genetische of neurologische problemen bij de borstvoeding te kunnen helpen. Haar presentaties en wat ze schrijft worden verrijkt door haar klinische foto’s en video’s. Catherine werkt samen met de ‘Departments of Biomedical Engineering’ van de Columbia University en de Tel Aviv University aan onderzoeksprojecten naar de biomechanica van de tepel tijdens de borstvoeding en de verschillende aspecten van zuigen en slikken bij zuigelingen die borstvoeding krijgen. Zij is de auteur van ‘Selecting and Using Breastfeeding Tools: Improving Care and Outcomes’ (Hale 2009, Praeclarus Press 2016), van ‘Supporting Sucking Skills in Breastfeeding Infants’ (Jones and Bartlett Publishers 2008, 2013,2017) en van professionele tijdschriftartikelen en hoofdstukken in het ‘Core Curriculum for Lactation Consultant Practice and Breastfeeding and Human Lactation’. Naast haar functie als Associate Editor van Clinical Lactation, het officiële tijdschrift van de ‘Lactation Consultant Association’ van de Verenigde Staten, is Catherine nog steeds een actieve La Leche League Leader en voert ze een tweemaandelijkse peuterbijeenkomst in Queens.

Borstvoedingsstrategieën voor baby’s met een te korte tongriem

Hoe helpen we baby’s om borstvoeding te geven als ze een milde tot matig te korte tongriem hebben? Deze presentatie richt zich op het management van borstvoeding bij baby’s met een te korte tongriem. Het bevat positionerings- en aanhapstrategieën, de beoordeling van het drinken aan de borst. Eveneens geeft deze presentatie aandacht aan problemen met de melkoverdracht en aan coördinatie van slikken en ademhalen en aan oefeningen die het zuigen kunnen helpen verbeteren.