Gratis presentaties
Graag delen we deze presentaties.
Stof tot nadenken!
Bekijk
La Leche League – die moeilijke naam! Wie zijn ze en wat doen ze eigenlijk?
Lydia de Raad, Voorzitter Borstvoedingorganisatie La Leche League - Lees meerLa Leche League – die moeilijke naam! Wie zijn ze en wat doen ze eigenlijk?
Lydia de Raad, Voorzitter Borstvoedingorganisatie La Leche League
Als aanstaande moeder op zoek naar informatie kwam Lydia de Raad terecht bij La Leche League. Na de geboorte van haar tweede kind is ze zich actief in gaan zetten voor de organisatie en heeft binnen La Leche League Nederland veel verschillende dingen gedaan, met name op het gebied van bestuurswerk en publicaties. Behalve binnen La Leche League is zij ook actief in nationale overleggen en lobbywerk. Binnen La Leche League is zij actief op Europees en wereldwijd niveau. Dit vrijwilligerswerk heeft haar visie op de rol van peersupport en normalisering van borstvoeding gekleurd en versterkt. In 2014 ontving zij de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau voor haar inzet.
La Leche League – die moeilijke naam! Wie zijn ze en wat doen ze eigenlijk?
Al meer dan 60 jaar wereldwijd en al meer dan 40 jaar in Nederland: La Leche League! Een bekende naam, een moeilijke naam, en actief op vele terreinen – maar altijd met de nadruk op het borstvoedingskoppel. La Leche League werkt vanuit een bepaalde visie die zijn weerslag heeft op de manier waarop de vrijwilligers te werk gaan. Borstvoeding is méér dan voeding alleen en heeft ook impact op de wereld om ons heen. Een kort overzicht van de geschiedenis en de rol op het internationale terrein, uitleg wat LLL voor de zorgverlener kan betekenen maar ook wat de vrijwilligers van LLL precies doen, wat hun grenzen zijn en wat het verschil is met zorgverleners.
Een implementatiealgoritme ter verbetering van het toepassen van het huid-op-huidcontact tijdens het eerste
uur na de geboorte
Dr. Kajsa Brimdyr, Dr. Karin Cadwell en Dr. Jeni Stevens
- Lees meer
Een implementatiealgoritme ter verbetering van het toepassen van het huid-op-huidcontact tijdens het eerste
uur na de geboorte
Kajsa Brimdyr, PhD, CLC
Dr. Kajsa Brimdyr is een ervaren etnograaf, onderzoeker en een internationaal erkend deskundige op het terrein van de implementatie van continue, ononderbroken huid-op-huidcontact in het eerste uur postpartum. Zij is hoofd etnografisch onderzoek van het Healthy Children Project, een non-profit NGO. Ze is gepubliceerd auteur en prijswinnend regisseur van The Magical Hour: Holding Your Baby for the First Hour After Birth, geproduceerd in samenwerking met Ann-Marie Widström en Kristin Svensson. Samen maakten en produceerden dit drietal ook de grensverleggende DVD Skin to Skin in the First Hour after Birth: Practical Advice for Staff after Vaginal and Cesarean Birth. Kajsa’s huidige onderzoek gaat onder meer over het inzetten van video om standaardziekenhuispraktijken in kaart te brengen, om op die manier continu huid-op-huidcontact in het eerste uur na zowel vaginale als sectio geboortes te verbeteren. Tevens onderzoekt ze de gevolgen van de invloed van medicatie tijdens de partus op dit zo kwetsbare eerste uur.
Karin Cadwell, PhD, RN, FAAN, ANLC, CLC, IBCLC
Dr. Karin Cadwell is een internationaal erkend spreker, onderzoeker en docent. Ze is lid van de faculteit van het Healthy Children Project en stond aan de basis van Baby Friendly USA, de organisatie die het UNICEF Baby Friendly Hospital Initiative in de Verenigde Staten implementeert. Karin werkt met borstvoedende moeders in het Center for Breastfeeding, een gezondheidskliniek in Cape Cod, Verenigde Staten. Karin is een afgevaardigde in het National Breastfeeding Committee in de VS. Ze was faculteitslid van het Union Institute & University voor bachelor, master en doctorsgraden op het terrein van kindzorg en lactatie. Ze was gastdocent aan en voorzitter van het Health Communication Master’s Program aan het Emerson College. Karin heeft talrijke boeken en artikelen gepubliceerd, waaronder The Pocket Guide for Lactation Management; Breastfeeding A – Z: Terminology and Telephone Triage; Case Studies in Breastfeeding;, Maternal and Infant Assessment for Breastfeeding and Human lactation en Reclaiming Breastfeeding for the United States. Ze heeft delegaties geleid die zich richten op borstvoeding en lactatie in landen als China, Zweden, Denemarken, Rusland, Roemenië, Letland, Cuba, Egypte en Israël. Karin heeft in 1985 de titel IBCLC gekregen voor haar ‘significante bijdragen aan het werkveld’ en heeft zich later gecertificeerd door het examen.
Jeni Stevens, PhD, RN, RM, IBCLC
Jeni Stevens heeft een universitaire graad van de Western University in Australië. Jenny is moeder van vier jonge mannen, verpleegkundige, verloskundige en lactatiekundige IBCLC. In 2010 rondde Jeni een honours onderzoeksprogramma af, dat zich richtte op de rol van de doula in Australië. Ze heeft haar universitaire graad recentelijk behaald en is een Clinical Midwivery Consultant in Infant Feeding in een ziekenhuis in Sydney, Australië.
Een implementatiealgoritme ter verbetering van het toepassen van het huid-op-huidcontact tijdens het eerste uur na de geboorte
Er is aangetoond, dat het toepassen van huid-op-huidcontact en borstvoeding zo snel mogelijk na de geboorte zowel lichamelijk, als sociaal als psychologisch ten goede komt aan zowel moeder als baby. De revisie uit 2009 van Stap 4 van het WHO-UNICEF document ‘Ten Steps to Succesful Breastfeeding’ gaat uitgebreid in op de daadwerkelijke uitvoering van huid-op-huidcontact: die moet zowel ‘onmiddellijk’ als ‘zonder onderbreking’ plaatsvinden, tenzij er een gedocumenteerde, medische reden is dit eerste contact uit te stellen dan wel te onderbreken. Als een baby meteen, voortdurend en zonder onderbreking huid-op-huidcontact heeft met de moeder in het eerste uur na de geboorte, doorloopt de baby negen instinctieve, complexe, afzonderlijke en goed waarneembare fases, waaronder het zelf aan de borst gaan en zuigen. Echter, de auteurs van de meest recente Cochrane Review over de praktijk van het toepassen van huid-op-huidcontact zien ‘inadequaat bewijs betreffende details zoals de timing van de initiatie en de dosis’ waardoor veel studies uitgesloten moesten worden van de uiteindelijke conclusies. In deze presentatie introduceren wij een algoritme waarmee het eerste uur huid-op-huidcontact kan worden geanalyseerd. Het algoritme gebruikt zowel de Robson-criteria voor de moeder, de huid-op-huidcontact ervaring en de negen stadia zoals beschreven door Widström. Het gebruik van een meetinstrument om het huid-op-huidcontact in het eerste uur te analyseren, kan licht werpen op zowel de dingen die goed gaan, als de dingen die verbeterd kunnen worden zodat een goede zorg voor baby’s in dit eerste uur beter kan worden geborgd.
Ouders helpen de tweede nacht te overleven: een theoretische visie op de reactie van de zuigeling op overstimulatie
Jan Barger, RN, MA, IBCLC, FILCA - Lees meerOuders helpen de tweede nacht te overleven: een theoretische visie op de reactie van de zuigeling op overstimulatie
Jan Barger, RN, MA, IBCLC, FILCA
Jan Barger woont vlakbij Chicago, USA en is verpleegkundige met een bachelor in psychologie en een master in counseling. Sinds 1987 is zij een IBCLC en een FILCA sinds 2008. Ze werkt sinds 1972 in de moeder-kind zorg en heeft al meer dan 28 jaar een zelfstandige lactatiekundige praktijk. Zij is bestuurslid bij de Lactation Education Consultants die een gevarieerd programma met scholingen over borstvoeding aanbieden aan ziekenhuizen en de algemene gezondheidszorg. Jan is president geweest van de ILCA, heeft deelgenomen aan het IBLCE bestuur en de IBCLE examen commissie, ze was de eerste redacteur van de ILCA Globe, en is mede-auteur van Clinical Experience in Lactation: een blauwdruk voor stage en klinische instructie in lactatie. Momenteel maakt Jan deel uit van de Ethics and Code Commissie van de ILCA.
Ouders helpen de tweede nacht te overleven: een theoretische visie op de reactie van de zuigeling op overstimulatie
Wat is er aan de hand in de tweede nacht van een baby? Waarom zijn baby’s juist dan zo onrustig? Deze presentatie gaat hier op in vanuit het gezichtspunt van de moeder, de baby en de verpleegkundige, en kijkt naar het verschil tussen ziekenhuisomgeving (of thuis) en de baarmoeder en de effecten van overstimulatie. Waarom wordt er zo vaak bijgevoed? Wat is er aan de hand en kunnen zorgverleners ouders hier in helpen?